GS Groningen

Revisievergunning krachtens de Wet milieubeheer voor inrichting voor onder andere het bewerken van bouw- en sloopafval. Appellanten betogen dat het college een oprichtingsvergunning had moeten verlenen in plaats van een revisievergunning.De Afdeling overweegt dat blijkens het dictum van het bestreden besluit het college een revisievergunning heeft verleend. Vast staat dat voor de inrichting op 10 juni 1996 een revisievergunning is verleend voor een periode van tien jaar en dat deze vergunning ten tijde van het nemen van het bestreden besluit...

Katwijk

Oprichtingsvergunning krachtens de Wet milieubeheer voor een afvalverwerkend bedrijf. Appellanten zijn bevreesd voor geluidoverlast ten gevolge van verkeerbewegingen van en naar de inrichting. In dit verband betogen zij dat geen berekening is aangetroffen van de geluidbelasting inclusief het gebruik van de openbare weg.De Afdeling overweegt dat voor de beoordeling van geluidhinder van verkeersbewegingen van en naar de inrichting het college de circulaire ‘Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting’ van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en...

GS Limburg

Vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet voor een nertsenfokkerij en -pelserij in de omgeving van een natuurgebied. Het college van gedeputeerde staten heeft het stand-stillbeleid toegepast door als uitgangspunt te hanteren dat de ammoniakdepositie niet mag toenemen ten opzichte van de in 1996 verleende milieuvergunning. De ammoniakemissie en -depositie zijn volgens het college lager dan hetgeen in 1996 is vergund waardoor de verlening van de Nbw-vergunning geen significante gevolgen met zich brengt.De Afdeling overweegt dat het bestaan van een vergunning krachtens de...

Twenterand

Bestuursdwang ter zake van een asbestbrand van een sporthal. Aan het besluit ligt de overtreding van de zorgplicht vervat in artikel 1.1a Wet milieubeheer ten grondslag. Appellanten stellen dat zij deze zorgplicht niet hebben overtreden. Volgens hen is de brand niet veroorzaakt door hun handelen of nalaten en kan hun dus niets worden verweten. B&W stelt dat verwijtbaarheid geen rol speelt. Enkel van belang is dat appellanten geen maatregelen hebben getroffen om de nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen,...

Zaltbommel/verzoek om planschadevergoeding

Het vervallen van een onder het oude planologische regime niet gebruikte wijzigingsmogelijkheid kan op zichzelf geen schade veroorzaken. De rechtbank heeft terecht overwogen dat aan het door appellant gemaakte onderscheid tussen directe en indirecte planschade in deze zaak geen betekenis toekomt.

Overbetuwe/verzoek om planschadevergoeding

Het betoog van appellante laat onverlet dat er geen wettelijke voorschriften waren die aan de gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid in de weg stonden, zodat niet kon worden uitgesloten dat belangenafweging tot gevolg zou hebben gehad dat het college van deze bevoegdheid gebruik zou maken. De gronden waren bestemd voor tuinbouw met de daarbij behorende werken. Dit betekent dat hierop wegen en paden ten behoeve van de bestemming konden worden gerealiseerd.

Hellendoorn/verzoek om planschadevergoeding

De gevestigde voorzienbaarheid op basis van de aanduiding ‘toekomstige woongebieden’ op de plankaart van het structuurplan is doorbroken door de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, waarin het perceel is bestemd voor ‘Agrarische doeleinden’, op grond waarvan woningbouw niet is toegestaan.

Reusel-De Mierden/bestemmingsplan ‘Culitsrode, Innovatief Hippisch Expertisecentrum te Hooge Mierde’

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het houden en fokken van paarden belangrijke activiteiten van de Horse Academy zijn. Gelet hierop behoort de Horse Academy tot de in artikel 1.1, derde lid Wet milieubeheer in samenhang met artikel 2.1, eerste lid Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer bedoelde categorieën en moet zij worden aangemerkt als een veehouderij in de zin van artikel 1 de Wgv. Dit in aanmerking genomen is in dit geval de norm van artikel...

Utrecht/verzoek om planschadevergoeding

Dat op afbraak van het gebouw en terugplaatsing van de achtergevel bij nieuwbouw geen zicht bestond, betekent wat daar verder van zij, niet dat onder het stadsvernieuwingsplan de realisering van buitenterrassen zo onwaarschijnlijk was, dat daar bij de planvergelijking niet van mocht worden uitgegaan.

Drechterland/verzoek om planschadevergoeding

Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat degene die na de inwerkingtreding van artikel 49a van de WRO een planschadeovereenkomst heeft gesloten met het college belanghebbende is bij besluiten op planschadeverzoeken waarop ingevolge het in artikel II, eerste lid, van de wijzigingswet WRO neergelegde overgangsrecht door de gemeenteraad dient te worden beslist.