Naar boven ↑

Update

Nummer 6, 2025
Uitspraken van 6 maart 2025 tot 19 maart 2025
Redactie: mr. G.A. Keus, mr. J.K. van de Poel, mr. ir. O.W.J.M. Scholte, mr. R. Veenhof en bc. K-RMT P.A.H.M. Willems.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe STAB OGR Update aan.
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.ogr-updates.nl is gepubliceerd en die te raadplegen is via de links die bij elke samenvatting zijn opgenomen. De rechtspraak wordt geselecteerd en samengevat door medewerkers van STAB.

Annotaties
Ruud Veenhof, adviseur bij STAB, schreef een annotatie bij de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 25 februari 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:1047). Hierin heeft de voorzieningenrechter zich uitgelaten over de vraag of een bepaling uit een gemeentelijke verordening in het omgevingsplan opgenomen moet worden. In deze annotatie is het wettelijk kader voor gemeentelijke verordeningen in relatie tot het omgevingsplan geschetst, waarbij ook de overgangsfase voor het omgevingsplan is betrokken. Vervolgens is stilgestaan bij twee specifieke elementen. Bij het eerste element gaat het om de vraag of bij een activiteit met geluidemissie sprake is van het wijzigen van onderdelen van de fysieke leefomgeving. Als dit het geval is, dan dient een bepaling uit de gemeentelijke verordening namelijk in het omgevingsplan te worden opgenomen. Het tweede element heeft betrekking op artikel 22.4 van de Omgevingswet (Ow), zoals dit is opgenomen met de Invoeringswet Omgevingswet. Deze bepaling voorziet in overgangsrecht voor regels uit gemeentelijke verordeningen die in het omgevingsplan opgenomen moeten worden. Hierna is stilgestaan bij artikel 22.8 van de Ow, dat ook voorziet in overgangsrecht in relatie tot gemeentelijke verordeningen, en de eerste uitspraken over dit artikel.

Rechtspraak
Onderaan deze mail kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen vanaf de website downloaden. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:

Watervergunning WKC Linne, bepalen vissterftepercentages gebaseerd op inzichten in ecologische kwaliteit watersysteem
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft aan de exploitant van een waterkrachtcentrale een watervergunning verleend voor bepaalde tijd. Daarbij zijn vergunningvoorschriften opgenomen die gebaseerd zijn op een norm van 10% (cumulatief) voor sterfte van zalm smolts en schieraal. De Afdeling constateert dat de minister voor het bepalen van de vissterftepercentages niet heeft verwezen naar de Beleidsregel of een andere norm zoals bedoeld in artikel 2.10 van de Waterwet maar het percentage heeft gebaseerd op inzichten in de ecologische kwaliteit van het watersysteem, waaronder begrepen de visstanden, binnen het relevante deel van de Maas tussen Eijsden en Lith. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de minister in dat verband het maximaal aanvaardbare percentage vissterfte voldoende onderbouwd. OGR 2025-0037

Voorwaardelijke verplichting voor realisatie waterberging, verwijzing naar beleid waterschap
Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een bedrijventerrein. Omdat het plan er niet aan in de weg stond dat de gronden in het plangebied volledig kunnen worden verhard en in de planregels de realisatie van een beoogde waterberging niet voldoende was geborgd, heeft de voorzieningenrechter het besluit tot vaststelling van het plan geschorst. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de raad een herstelbesluit genomen waarbij aan de planregels een voorwaardelijke verplichting is gevoegd. In een nieuwe uitspraak oordeelt de voorzieningenrechter dat de raad ervoor mocht kiezen om in de voorwaardelijke verplichting te verwijzen naar de vereiste waterberging op grond van het beleid van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het gaat erom dat bij gebruikmaking van de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, de eventueel door het waterschap nodig geachte waterberging ter compensatie zal worden gerealiseerd. OGR 2025-0036

Uitleg begrippen ‘erf’ uit het Bor en ‘gebouwerf’, Bbl, wetgeschiedenis, Invoeringsbesluit Omgevingswet
Het college van burgemeester en wethouders van Westland heeft de verzoeker om een voorlopige voorziening gelast om de geplaatste carport te verwijderen en verwijderd te houden en om de geplaatste erfafscheiding te verlagen naar maximaal 1 meter. Daarbij is overwogen dat de carport en de erfafscheiding niet voldoen aan de uitzonderingssituaties als genoemd in artikel 2.29 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en artikel 22.27 van de Bruidsschat. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag is van oordeel dat uit de begripsomschrijving en de nota van toelichting bij het Invoeringsbesluit Omgevingswet blijkt dat het nieuwe begrip ‘gebouwerf’ inhoudelijk gelijk is aan het begrip ‘erf’ uit bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) en dat de wetgever heeft beoogd dat dit begrip in de rechtspraktijk ongewijzigd wordt toegepast. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat de jurisprudentie over het begrip ‘erf’ uit bijlage II bij het Bor ook relevant is voor de uitleg en toepassing van het begrip ‘gebouwerf’ binnen het stelsel van de Omgevingswet. OGR 2025-0032

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen hebben over uw abonnement op deze nieuwsbrief of de website www.ogr-updates.nl, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Heeft u inhoudelijk opmerkingen of vragen over de samenvattingen en/of annotaties op www.ogr-updates.nl, dan kunt u zich rechtstreeks richten tot de OGR Updates-redactie van STAB via ogr-updates@stab.nl.

Met vriendelijke groet,

Redactie van STAB OGR Updates

Rechtbank

Raad van State