Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe STAB OGR Update aan.
Dit is de laatste nieuwsbrief van 2024. Op 8 januari 2025 zal de volgende nieuwsbrief verschijnen.
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.ogr-updates.nl is gepubliceerd en die te raadplegen is via de links die bij elke samenvatting zijn opgenomen. De rechtspraak wordt geselecteerd en samengevat door medewerkers van STAB.
Annotatie
Julian Kramer, advocaat bij Pels Rijcken, schreef een annotatie bij de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van 12 november 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4551). In deze uitspraak heeft de Afdeling de drempel verhoogd voor het aannemen van een spoedeisend belang bij een voorlopige voorziening tegen een bestemmingsplan. In de annotatie wordt ingegaan op de mogelijke achtergrond van deze uitspraak en de voor- en nadelen voor de praktijk.
Rechtspraak
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen vanaf de website downloaden. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Bestemmingsplan, referentiesituatie stikstofdepositie, tijdelijk beheer met geringe emissies is geen representatief te achten, relevante nieuwe stikstofveroorzakende activiteit en geldt daarmee niet als nieuwe referentiesituatie
De gemeenteraad van Westland heeft het bestemmingsplan ‘Watergat Monster’ vastgesteld dat 130 woningen naast het Natura 2000-gebied ‘Solleveld & Kapittelduinen’ mogelijk maakt. Een natuurvereniging heeft hiertegen beroep ingesteld. Zij stelt onder andere dat in het stikstofonderzoek ten onrechte glastuinbouw als referentiesituatie is gehanteerd, omdat na de sloop van de glasopstanden en beëindiging van het voorgaande agrarisch gebruik een periode maïsteelt heeft plaatsgevonden. De Afdeling is van oordeel dat de gemeenteraad de situatie ten tijde van de glastuinbouwactiviteiten als referentiesituatie mocht hanteren. Vaststaat dat de glastuinbouwactiviteiten zijn beëindigd vanwege de beoogde woningbouwontwikkeling. Het tijdelijke beheer van gronden na de sloop van de opstallen was noodzakelijk ter voorkoming van overlast voor de omgeving en was duidelijk bedoeld ter overbrugging van de periode tot de realisatie van de voorgenomen woningbouw. OGR 2024-0200
Bestemmingsplan, bestaand gebruik, niet toereikend gemotiveerd dat het niet als zodanig bestemmen van het bestaande legale gebruik (nachtverblijf) met het oog op een goede ruimtelijke ordening nodig is
De gemeenteraad van Aa en Hunze heeft het bestemmingsplan ‘'t Ruige Veld Rolde’ vastgesteld. Het plan heeft betrekking op een terrein van ongeveer 20 hectare, met onder meer bos en een zorginstelling. Aan de gronden van de zorginstelling is de bestemming ‘Maatschappelijk’ toegekend, maar in tegenstelling tot het voorgaande bestemmingsplan ‘Rolde dorp’ is het gebruik van de gronden en bouwwerken voor nachtverblijf in het plangebied niet toegestaan. De gemeenteraad stelt dat het ruimtelijke belang dat gediend wordt met dit plan bestaat uit het tegengaan van overlast die door de bewoners van de zorginstelling in de avond- en nachtperiode wordt veroorzaakt. De zorginstelling heeft hiertegen beroep ingesteld. De Afdeling is van oordeel dat de gemeenteraad de wijziging niet overtuigend heeft gemotiveerd. De raad heeft namelijk, mede gelet op de afstand van de zorginstelling tot de dichtstbijzijnde woning van ongeveer 250 m, niet gemotiveerd dat ruimtelijke effecten van de zorginstelling leiden tot een aantasting van het woon- en leefklimaat van de directe omgeving. Daarnaast dient hinder of overlast die het gevolg is van onrechtmatig gedrag, bij de besluitvorming over een bestemmingsplan buiten beschouwing te worden gelaten. OGR 2024-0202
Handhaving, Ow, immobilisaat is een afvalstof als het niet overeenkomstig de toepassingsvoorschriften wordt toegepast
Het college heeft een last onder dwangsom opgelegd, vanwege het zonder omgevingsvergunning op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen. Dit is in het Bal aangewezen als een vergunningplichtige milieubelastende activiteit. Het college merkt beschadigd en/of niet voldoende vormvast (in afwijking van de toepassingsvoorschriften) aangebracht immobilisaat aan als afvalstof. De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat het college redelijkerwijs heeft kunnen besluiten dat uitsluitend sprake is van het toepassen van een bouwstof (immobilisaat), wanneer het wordt toegepast met inachtneming van de toepassingsvoorschriften en is uitgehard. OGR 2024-0204
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen hebben over uw abonnement op deze nieuwsbrief of de website www.ogr-updates.nl, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Heeft u inhoudelijk opmerkingen of vragen over de samenvattingen en/of annotaties op www.ogr-updates.nl, dan kunt u zich rechtstreeks richten tot de OGR Updates-redactie van STAB via ogr-updates@stab.nl.
Wij wensen u fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar.
Met vriendelijke groet,
Redactie van STAB OGR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Onder de Omgevingswet kan een bouwstop worden opgelegd in de vorm van een last onder bestuursdwang, die inhoudt dat wordt gelast om een illegale bouwactiviteit direct te beëindigen en dat, als daaraan geen gevolg wordt gegeven, het bevoegd gezag de activiteit zal beëindigen. Na het vervallen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is wel sprake van een andere wettelijke grondslag, waarop een bouwstop wordt gebaseerd, namelijk Titel 5.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom kan niet op voorhand worden gezegd dat de beoordeling in alle voorkomende gevallen hetzelfde zal zijn als bij de bouwstop op basis van het vervallen artikel 5.17 van de Wabo. 05-12-2024
- Rechtbank Midden-Nederland De voorzieningenrechter vindt dat de lijn uit de rechtspraak onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dat het college bij toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan niet slechts moet beoordelen of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar ook moet beoordelen of het bouwwerk met het oog op zodanig gebruik wordt gebouwd, onder de Omgevingswet moet worden voortgezet. 29-11-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Van toepassen van immobilisaat als bouwstof is alleen sprake als het overeenkomstig de toepassingsvoorschriften wordt toegepast. Bij toepassing in strijd met de toepassingsvoorschriften is het een afvalstof. 26-11-2024
Raad van State
- Raad van State De rechtspraak over het intern salderen bij de beoordeling van de gevolgen van projecten voor de natuur wijzigt. Intern salderen mag niet meer worden betrokken in een voortoets, maar kan in het kader van de vergunningverlening als mitigerende maatregel in een passende beoordeling worden betrokken. Hierbij is een additionaliteitstoets noodzakelijk. Voor activiteiten van na 1 januari 2020 tot 1 januari 2025 waar intern is gesaldeerd, moet alsnog beoordeeld worden of een natuurvergunning noodzakelijk is. Voor deze activiteiten geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2030, waarin provincies niet kunnen handhaven tegen het voortzetten van deze activiteiten zonder natuurvergunning. 18-12-2024
- Raad van State In beginsel moet legaal bestaand gebruik als zodanig in het bestemmingsplan worden bestemd. Indien nieuwe planologische inzichten daartoe aanleiding geven en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen, kan uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening daarvan worden afgezien. In dit geval heeft de raad niet toereikend gemotiveerd dat het niet als zodanig bestemmen van het bestaande legale gebruik (nachtverblijf) met het oog op een goede ruimtelijke ordening nodig is. 11-12-2024
- Raad van State De reactie van een bestuursorgaan die inhoudt dat voor een bepaalde handeling geen vergunning is vereist, is, als daaraan een aanvraag ten grondslag ligt, een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 11-12-2024
- Raad van State De stoppende bedrijfsmatige activiteiten zijn aangemerkt als directe met het plan samenhangende gevolgen die in de referentiesituatie mogen worden betrokken. Dat de bouwactiviteiten gefaseerd zullen worden uitgevoerd, maakt dit niet anders. In de stikstofberekening kan rekening worden gehouden met het bouwtempo dat is vastgelegd in de planregels en met randeffecten. Uit de analyse van de benodigde mitigerende maatregelen blijkt niet voldoende dat wordt voorkomen dat de recreatiedruk in het Natura 2000-gebied wordt vergroot. Een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte is alleen niet uitvoerbaar indien de raad op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat geen enkele wijze van uitvoering van het plan mogelijk is die in overeenstemming is met het soortenbeschermingsregime. 11-12-2024
- Raad van State Ten tijde van de planvaststelling was onvoldoende ecologisch onderzoek beschikbaar om vast te stellen of het geldende soortenbeschermingsregime op voorhand niet aan de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat. Dit gebrek is na de planvaststelling hersteld door aanvullend ecologisch onderzoek. Onduidelijk is of het feitelijke gebruik van de gronden voorafgaand aan de vaststelling van het plan bestond uit grasland waarop rundvee- en kunstmest werd toegepast in de hoeveelheden waarvan in de stikstofonderzoeken is uitgegaan. 11-12-2024
- Raad van State In de stikstofberekening wordt voor de referentiesituatie uitgegaan van de feitelijke, planologisch legale situatie. In dit geval grasland met volledig maaien met de hoogste stikstofgebruiksnorm van 320 kg N/ha/jaar. Voor de individuele plantoets geldt geen verplichting om een bijdrage te leveren aan de landelijke opgave om stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden te verminderen. Voor de aanlegfase kan worden uitgegaan van de kengetallen voor nieuwbouwprojecten. Incidenteel voorkomen van amfibieën staat niet in de weg aan de uitvoerbaarheid van het plan. In dat geval geldt de algemene zorgplicht. 11-12-2024
- Raad van State Nu de gemeentelijke erfgoedcommissie niet een van de partijen is waar op grond van artikel 3.1.1, eerste lid, van het Bro vooroverleg mee moet worden gevoerd, is artikel 3.1.6, eerste lid, onder c, van het Bro niet van toepassing op het advies van die commissie. De RCE is wel een van die partijen. Omdat de raad heeft nagelaten om de uitkomst van het advies van en het overleg met de RCE op te nemen in de plantoelichting, is sprake van strijd met artikel 3.1.6, eerste lid, aanhef en onder c, van het Bro. De omstandigheid dat de beoogde bebouwing leidt tot een vergelijkbare of minder grote aantasting van de bezonningssituatie dan het vorige bestemmingsplan, betekent op zichzelf niet dat die aantasting ook aanvaardbaar is. 04-12-2024
- Raad van State De raad had, gelet op artikel 3.1.6, derde lid, van het Bro, in de planregels moeten bepalen dat de beschrijving van de behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling en een motivering als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro wordt opgenomen in de toelichting bij het wijzigingsplan. 04-12-2024
- Raad van State Tijdelijk beheer met geringe emissies dat plaatsvindt na beëindiging van de referentiesituatie is geen representatief te achten, relevante nieuwe stikstofveroorzakende activiteit en geldt daarmee niet als nieuwe referentiesituatie bij plannen. 04-12-2024
- Raad van State Natuurlijke personen en rechtspersonen die stikstofveroorzakende bedrijfsmatige activiteiten uitvoeren buiten een Habitatrichtlijngebied kunnen tot op een afstand van 25 km van het Natura 2000-gebied belanghebbend zijn bij een wijzigingsbesluit dat ziet op de toevoeging of wijziging van de instandhoudingsdoelstelling voor stikstofgevoelige natuurwaarden. Zij komen op voor hun belang gevrijwaard te blijven van de gevolgen voor hun bedrijfsvoering door de onnodige bescherming van habitattypen en soorten. Omdat artikel 2.1 (lid 1, lid 4 en lid 7) van de Wnb, mede strekt ter bescherming van dat belang, staat het relativiteitsvereiste niet in de weg. Het is onmogelijk dat een oppervlakte van 0,27 ha aan zilte graslanden binnen een jaar ontstaat. De afsluiting van het Veerse meer veranderde het meer van een zout- in een zoetwatermeer. Dat verklaart het zilte milieu dat nog in de bodem aanwezig is. 04-12-2024