Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe STAB OGR Update aan.
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.ogr-updates.nl is gepubliceerd en die te raadplegen is via de links die bij elke samenvatting zijn opgenomen. De rechtspraak wordt geselecteerd en samengevat door medewerkers van STAB.
Annotatie
Berthy van den Broek, senior legal consultant bij RoyalHaskoningDHV en geassocieerd medewerker bij het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law, schreef een annotatie bij de negen uitspraken van de Afdeling van 12 juni 2024 (onder meer ECLI:NL:RVS:2024:2412). Deze uitspraken hebben betrekking op verzoeken van horecaondernemers om nadeelcompensatie in verband met werkzaamheden ten behoeve van de herinrichting van de route Kijkduin-Houtrust in de periode maart 2018 tot eind april 2019. De Afdeling is van oordeel dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de verzoeken om nadeelcompensatie terecht heeft afgewezen. Reden van de afwijzingen is onder meer dat het grootste deel van de inkomensschade is toe te rekenen aan de uitvoering van het bestemmingsplan en niet aan de herinrichting van de route. In de annotatie wordt de rol van het college, dat in een vergelijkbare zaak wel een vergoeding toekende, kritisch belicht.
Rechtspraak
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen vanaf de website downloaden. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Handhaving, nog niet voorzien in een beschermingsregime voor beschermd stadsgezicht in omgevingsplan. Slopen moet op grond van artikel 4.35, tweede lid, van de Invoeringswet Omgevingswet worden aangemerkt als omgevingsvergunningplichtige omgevingsplanactiviteit
Sloper heeft het voornemen om het bestaande woonhuis met gastenverblijf op het perceel te verbouwen naar twee zelfstandige woonhuizen. Hiervoor is een vergunning verleend. Sloper is begonnen met de sloop van het bestaande gastenverblijf. Eisers hebben het college van burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede verzocht om hier zo snel mogelijk handhavend tegen op te treden. Het college heeft nog niet op dit verzoek beslist. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland overweegt dat, nu het omgevingsplan niet in een sloopverbod voorziet, het slopen kan worden aangemerkt als omgevingsvergunningplichtige omgevingsplanactiviteit. OGR 2024-0117
Handhaving, het niet overeenkomstig het Certificatieschema verwijderen van asbest is in strijd met de (algemene) zorgplicht uit artikel 1.1a van de Wm
Het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel heeft een asbestverwijderingsbedrijf op straffe van een dwangsom gelast om onmiddellijk te stoppen met de sloopwerkzaamheden op een perceel. Aan het besluit ligt ten grondslag dat sprake is van een overtreding van de zorgplicht uit artikel 1.1a van de Wm. Het college stelt dat het bedrijf handelt in strijd met het Certificatieschema voor de Procescertificaten Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering doordat het asbesthoudende platen bij de verwijdering niet bevochtigt. De Afdeling is van oordeel dat het college terecht stelt dat het bedrijf de (algemene) zorgplicht heeft overtreden. OGR 2024-0118
Omgevingsvergunning, uitleg planregel
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft een omgevingsvergunning voor een bakkerij geweigerd, onder meer omdat het vestigen van een winkel volgens het college in strijd is met de functieaanduiding ‘bedrijf’. De rechtbank Den Haag heeft dit besluit vernietigd omdat een bakkerij in het algemeen spraakgebruik is aan te merken als een bedrijf. De Afdeling oordeelt in hoger beroep dat een planregel vanwege de rechtszekerheid letterlijk moet worden uitgelegd. Als de planregel op zichzelf niet duidelijk is, ook niet in samenhang met de andere planregels (systematiek), dan komt betekenis toe aan de niet-bindende plantoelichting. In dit geval acht de Afdeling de planregel niet duidelijk, maar de plansystematiek biedt wel voldoende aanknopingspunten voor de uitleg van het begrip ‘bedrijf’. Uit deze systematiek volgt dat het bestemmingsplan het niet toestaat dat een vorm van detailhandel, zoals een bakkerij, wordt gevestigd op een perceel met de functieaanduiding ‘bedrijf’. OGR 2024-0115
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen hebben over uw abonnement op deze nieuwsbrief of de website www.ogr-updates.nl, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Heeft u inhoudelijk opmerkingen of vragen over de samenvattingen en/of annotaties op www.ogr-updates.nl, dan kunt u zich rechtstreeks richten tot de OGR Updates-redactie van STAB via ogr-updates@stab.nl.
Met vriendelijke groet,
Redactie van STAB OGR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Kennisgevingen van aanvragen om omgevingsvergunningen en mededelingen van de besluiten op aanvragen moeten als gevolg van de Wet elektronische publicaties elektronisch in het Gemeenteblad worden gepubliceerd (artikel 3.8 en 3.9 van de Wabo). Nu de Wet elektronische publicaties van toepassing is, heeft het college voldaan aan zijn verplichting om elektronisch te publiceren. In de publicatie is onvoldoende duidelijk gemaakt voor welke locatie de omgevingsvergunning is verleend, zodat sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. 05-08-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Artikel 4.35 van de Invoeringswet Omgevingswet verplicht tot een beschermingsregime voor het beschermd stadsgezicht in het omgevingsplan. In dit geval is hierin nog niet voorzien. Omdat het omgevingsplan niet in een sloopverbod voorziet moet het slopen worden aangemerkt als omgevingsvergunningplichtige omgevingsplanactiviteit (artikel 4.35, tweede lid, van de Invoeringswet Omgevingswet). 05-08-2024
Raad van State
- Raad van State In het bestemmingsplan is geen definitie van het begrip ‘bestaande oppervlak’ opgenomen. Een planregel wordt in dat geval omwille van de rechtszekerheid letterlijk uitgelegd. Dit betekent dat onder het begrip ‘bestaande oppervlak’ het feitelijke bestaande oppervlak moet worden verstaan. 07-08-2024
- Raad van State Voor het antwoord op de vraag of een activiteit in strijd is met het bestemmingsplan zijn de op de verbeelding aangegeven bestemming(en) en aanduiding(en) en de daarbij behorende regels bepalend. Vanwege de rechtszekerheid moet een planregel letterlijk worden uitgelegd. Als die op zichzelf niet duidelijk is, ook niet in samenhang met de andere planregels (systematiek), dan komt betekenis toe aan de niet bindende plantoelichting. Die plantoelichting kan namelijk meer inzicht geven in de bedoeling van de planwetgever. In dit geval biedt de plansystematiek voldoende aanknopingspunten voor de uitleg van het begrip ‘bedrijf’. 07-08-2024
- Raad van State Het niet overeenkomstig het Certificatieschema verwijderen van asbest is in strijd met de (algemene) zorgplicht uit artikel 1.1a van de Wm. 17-07-2024
- Raad van State De metingen voldoen wat betreft duur en achtergrondgeluid aan de HMRI, maar het rapport bevat onvoldoende gegevens om de metingen te controleren. Om te bepalen of het geluid een tonaal karakter heeft, is een FFT-analyse niet noodzakelijk. De toeslag voor tonaal geluid mag toegepast worden over de gehele beoordelingsperiode. 26-06-2024