Naar boven ↑

Update

Nummer 23, 2023
Uitspraken van 02-11-2023 tot 15-11-2023
Redactie: mr. G.A. Keus, mr. J.K. van de Poel, mr. ir. O.W.J.M. Scholte, mr. R. Veenhof en bc. K-RMT P.A.H.M. Willems.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe STAB OGR Update aan.

In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.ogr-updates.nl is gepubliceerd. De rechtspraak wordt geselecteerd en samengevat door medewerkers van STAB.

Annotatie
Julian Kramer, advocaat bij Pels Rijcken, schreef een annotatie bij de uitspraak van de Afdeling van 11 oktober 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3779). In deze uitspraak gaat de Afdeling onder andere in op de vraag of de realisering van een aantal verkeersknippen voldoende is geborgd, doordat de gemeente eigenaar is van de gronden die voor deze verkeersknippen moeten worden aangewend. Kramer gaat in zijn annotatie nader in op de nuancering die de Afdeling met deze uitspraak aanbrengt in de jurisprudentielijn over het opnemen van een voorwaardelijke verplichting in de planregels.

Rechtspraak
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen vanaf de website downloaden. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:

Bestemmingsplan, een feitelijk aanwezige situatie die onder het overgangsrecht is toegestaan, kan als referentiesituatie worden gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming.
De gemeenteraad van Midden-Groningen heeft een bestemmingsplan vastgesteld dat voorziet in het juridisch-planologisch kader voor onder andere een bestaande jachthaven en een bestaande discotheek. Omdat dit gebruik al onder het overgangsrecht van het voorgaande bestemmingsplan viel, heeft de raad dit gebruik positief bestemd. Een coöperatie van een nabijgelegen recreatie-bungalowpark voert aan dat voor het opnemen van deze functies in het bestemmingsplan een plan(mer-)beoordeling en een passende beoordeling gemaakt hadden moeten worden. De Afdeling oordeelt, anders dan in eerdere uitspraken, dat ook aan de beschermende werking van planologisch overgangsrecht een referentiesituatie kan worden ontleend, die kan worden beschouwd als de feitelijke, planologisch legale situatie voorafgaand aan de vaststelling van het betreffende bestemmingsplan. OGR 2023-0164

Omgevingsvergunning bouwen en afwijken bestemmingsplan. Verweerder is, in het licht van de (onevenredige) gevolgen van het besluit, onvoldoende ingegaan op de door eisers genoemde alternatieven.
Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een vrijstaand tuinhuis bij een pand, een gemeentelijk monument. De buren hebben hiertegen beroep ingesteld, zij vinden dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met hun belangen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg is van oordeel dat verweerder onvoldoende is ingegaan op de door eisers genoemde alternatieven in het licht van de (onevenredige) gevolgen. Hij overweegt daartoe dat de afwijkingen van het bestemmingsplan in bouwhoogte en oppervlakte van het bouwplan niet onaanzienlijk zijn en zullen zorgen voor een onevenredige benadeling van de woon-/leefomgeving van eisers en dat eisers alternatieven hebben voorgesteld waarbij hun nadeel met (kleine) aanpassingen van het bouwplan wegvalt. OGR 2023-0162

Nadeelcompensatie, representativiteit van het referentiejaar voor bepaling omzetderving.
Appellant heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo verzocht om nadeelcompensatie voor schade die voortvloeit uit omzetderving door (weg)werkzaamheden in het kader van de herontwikkeling van het centrum van Almelo. Thorbecke heeft de schade berekend over de periode begin 2016 (aanvang van de werkzaamheden) tot en met juli 2017 (de beëindiging van de onderneming). Appellant heeft een tegenadvies overgelegd, waarin staat dat de door Thorbecke gehanteerde referentieperiode, het jaar 2015, niet representatief is. In 2015 waren er ook werkzaamheden in het centrum van Almelo. Thorbecke stelt dat deze werkzaamheden geen zuiver publiekrechtelijke oorzaak hadden en dat appellant daarvoor een schadevergoeding heeft ontvangen. De Afdeling is van oordeel dat Thorbecke daarmee niet onderkent dat het gaat om de vraag of de omzet van het bedrijf van appellant in 2015 representatief is voor de omzet in 2016 en 2017. Daarbij is niet van belang of de werkzaamheden in 2015 privaatrechtelijk en/of publiekrechtelijk van aard zijn. OGR 2023‑0166

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen hebben over uw abonnement op deze nieuwsbrief of de website www.ogr-updates.nl, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Heeft u inhoudelijk opmerkingen of vragen over de samenvattingen en/of annotaties op www.ogr-updates.nl, dan kunt u zich rechtstreeks richten tot de OGR Updates-redactie van STAB via ogr-updates@stab.nl.

Met vriendelijke groet,

Redactie van STAB OGR Updates

Rechtbank

Raad van State