Uden/bestemmingsplan ‘Uden-Noord I’ en exploitatieplan ‘Uden-Noord I’
Het is aan het regelgevend bevoegd gezag om alle verschillende belangen, die bij het nemen van een besluit zoals de geurverordening betrokken zijn, tegen elkaar af te wegen. De rechter dient bij de beoordeling van zo'n besluit slechts te toetsen of de betrokken belangen zodanig onevenwichtig zijn afgewogen dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot dat besluit is kunnen komen.
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29-09-2010