Margraten/verzoek om planschadevergoeding
De bestemming ‘agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden’ en de aanwezigheid van kleinschalige landschapselementen, evenals de, ingevolge de Wet op de Flora en Fauna beschermde, dassenburcht beperkten reeds de gebruiksmogelijkheden. De stelling van appellant dat beide delen van het perceel afzonderlijk getaxeerd dienen te worden, vindt geen steun in het recht en ligt in dit concrete geval ook niet in de rede nu de hoogste waarde juist wordt bereikt door grond, woonhuis en opstallen als ensemble te taxeren. De...
Raad van State, 29-04-2009