Reusel-De Mierden

Weigering milieuvergunning voor een carrosserie- en asbestsaneringsbedrijf. De vergunning is geweigerd wegens strijd van de activiteiten met het ter plaatse geldende bestemmingsplan (art. 8.10, derde lid Wm). Het besluit is genomen door het hoofd van de afdeling Ruimte en Bouwen die daartoe door het college van burgemeester en wethouders is gemandateerd. Volgens appellante is het besluit onbevoegd genomen. De Afdeling overweegt dat uit de mandaatregeling van de gemeente volgt dat het afdelingshoofd Ruimte en Bouwen namens het college besluiten mag...

Nederweert

Milieuvergunning voor een varkenshouderij. Appellanten betwijfelen of aan de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit kan worden voldaan. De Afdeling overweegt dat in de omgeving van de inrichting bedrijfsgebouwen met bijbehorende bedrijfsterreinen, openbare wegen en landbouwgronden zijn gelegen. Daarnaast zijn in de omgeving woningen van derden gelegen. Het college heeft de luchtkwaliteit uitsluitend ter plaatse van de woningen van derden beoordeeld. Uit de toelichting op artikel 2, derde lid, aanhef en onder a Regeling beoordeling luchtkwaliteit, blijkt dat de luchtkwaliteitsbeoordeling achterwege blijft...

Asten

Weigering milieuvergunning voor een pluimveehouderij omdat niet wordt voldaan aan de in acht te nemen geurnormen zoals opgenomen in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Appellant stel dat de woning aan (locatie 2) ten onrechte als beschermd object is aangemerkt omdat deze woning zich daar illegaal bevindt en bovendien niet wordt bewoond.

LJN BL1935

De rechtbank is van oordeel dat in beginsel niet langer kan worden gesproken van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, wanneer een ruimtelijk plan de vestiging mogelijk maakt van voor geurhinder gevoelige objecten binnen de afstanden die bij vergunningverlening op grond van de milieuwetgeving ten opzichte van veehouderijen moeten worden aangehouden. Er is geen aanleiding voor het oordeel dat dit uitgangspunt als gevolg van de inwerkingtreding van de Wgv zou moeten worden verlaten (zie onder meer de uitspraken van de Afdeling...

Helmond/ontheffing

De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat artikel 3.22 Wro alleen kan worden toegepast om ontheffing te verlenen die voorziet in een behoefte die op zichzelf tijdelijk is. Aan de geschiedenis van totstandkoming van deze bepaling (Kamerstukken II, 2002/03, 28 916, nr. 3, p. 103), kan niet de beperkte uitleg worden ontleend die de rechtbank daaraan heeft gegeven. Daaruit kan worden opgemaakt dat de wetgever door opneming van de, ten opzichte van artikel 17 Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna:...

GS Noord-Brabant

Milieuvergunning voor het veranderen van een inrichting en een deelrevisievergunning voor het onderdeel geluid. De deelrevisievergunning is verleend voor de milieubelasting die het gevolg is van de bij de veranderingsvergunning vergunde wijzigingen.

Hof van Twente

Afwijzing verzoek om vergunning voor fokvarkensbedrijf te wijzigen.De Afdeling overweegt dat het verzoek van appellanten er op neerkomt dat de binnen de inrichting aanwezige stalsystemen gewijzigd moeten worden, omdat deze niet als best beschikbare technieken kunnen worden aangemerkt. Het wijzigen van de binnen de inrichting aanwezige stalsystemen betekent echter dat de grondslag van de aanvraag waarop de destijds verleende vergunning is gebaseerd, zou worden verlaten. Dit verdraagt zich niet met het stelsel van de Wet milieubeheer.

GS Noord-Holland

Weigering vergunning voor het veranderen van een inrichting. De verandering omvat een wijziging van de wijze van stoken van de grasdrooginstallatie waarbij wordt overgeschakeld van aardgas op steenkool. Appellante en het college verschillen van mening over de vraag of hier sprake is van een ‘nieuw te bouwen installatie in de zin van de NeR’. De NeR definieert niet wat hieronder moet worden verstaan. In de Bijzondere Regeling A2 ‘Groenvoerdrogerijen’ van de NeR is het gebruik van steenkool als brandstof in...

Mill en Sint Hubert

Afwijzing verzoek om handhavend op te treden tegen fourwheeldrive-activiteiten (4WD) op een landgoed. Het tegen dit besluit ingediende bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat verzoeker niet als belanghebbende wordt aangemerkt.