1. Een projectontwikkelaar heeft in 2006 met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een bouwvergunning verkregen om in afwijking van het bestemmingsplan onder meer 44 woningen te realiseren. Een van deze woningen is in afwijking van het vrijstellingsbesluit gebouwd. Op grond van het vrijstellingsbesluit moest de betreffende woning op een afstand van ten minste 1,885 meter uit de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd. De feitelijke afstand varieert tussen 1,69 meter en 1,77 meter. Daardoor staat de...
Raad van State, 29-10-2014